Mee naar het buitenland
Reizen met uw dier naar het buitenland
Als u uw dier (hond/kat) meeneemt naar het buitenland zijn er een aantal dingen die u moet regelen. Voor elk land gelden aparte regels, het is goed deze te controleren (Europa/buiten Europa) of na te vragen bij de ambassade.
De standaard regels:
- Chip
- Rabiës vaccinatie (hondsdolheid). Minimaal 21 dagen voor vertrek.
- Europees dierenpaspoort
- Gezondheidsverklaring in paspoort, getekend door dierenarts.
- Als het dier mee kan, probeer dan wat vertrouwde dingen mee te nemen. Bij een hond bv zijn eigen water/voerbak en de mand.
- Als uw dier een bepaald probleem heeft als suikerziekte of een allergie, is het verstandig om de patiëntgegevens bij uw dierenarts op te vragen. Deze kunt u meenemen op vakantie. Mocht er in de vakantietijd is mis gaan, kunt u laten zien wat er bij uw eigen dierenarts is gebeurd.
Parasieten en ziektes in/uit het buitenland
In veel landen komen bepaalde ziektes voor die overgebracht worden door bijtende insecten. Op de pagina: Algemene informatie Hond leest u meer over de verschillende parasieten.
- Teken (Babesia, Ehrlichia en ziekte van Lyme)
- Hartwormen
- Leishmania
De assistentes kunnen u telefonisch of aan de balie helpen om uw huisdier zo optimaal mogelijk te beschermen tegen de parasieten die voorkomen in het gebied waar u op vakantie gaat.